2 personen – lunch – 20 minuten
Waldorfsalade is een klassieker die, zowel op een zomerse dag als in de winter, altijd lekker is. De naam is ontleend aan het Waldorf-Astoria Hotel in New York waar deze salade in 1893 (!) voor het eerst werd gegeten. De basis is geraspte knolselderij die we in deze zomerse variant vervangen door bleekselderij. Appel, rozijnen en licht gekaramelliseerde noten mogen niet ontbreken evenals een romige dressing op basis van slagroom en mayonaise.
Ingrediënten
Voor de salade | Voor de dressing |
2 el walnoten | 50 ml slagroom |
3 stengels bleekselderij | 1 el mayonaise |
1 appel | citroensap |
1 volle el rozijnen | honing |
mosterd |
Benodigdheden
koekenpan | handmixer met garde |
snijplank | mengkom |
mes | garde |
Bereidingswijze voor Waldorfsalade
- Verwarm een koekenpan en rooster de walnoten tot ze licht kleuren. Schud op een bord en zet apart.
- Doe de rozijnen in een schaaltje en met heet water. Laat 10 minuten wellen. Giet het water af en dep de rozijnen droog.
- Was de stelen bleekselderij. Snijd de onderkant en de groene blaadjes aan de bovenkant eraf. Snijd de stelen in smalle reepjes.
- Was de appel, snijd in kwarten en verwijder het klokhuis. snijd de appelparten in dunne plakjes of schijfjes. Druppel wat citroensap over de appels.
- Klop voor de dressing de slagroom in een kom tot deze lobbig is. Schep de mayonaise erdoor en maak op smaak met een mespuntje mosterd, drupje honing, citroensap, zout en peper.
- Schep de bleekselderij, appel en rozijnen door de dressing. Serveer in een mooie schaal en garneer met de walnoten en de bleekselderijtopjes.
In het originele recept voor Waldorfsalade horen eigenlijk geen radijsjes maar ik vind ze zo fleurig….